Cookies
Essentieel
Analyse
Sociaal
Om deze website te verbeteren maken we gebruik van (anonieme) cookies. Bekijk ons privacy statement voor meer informatie
Privacy Instellingen

Groenten Gerechten

Op de hoogte blijven?

Aubergines met karnemelksaus en granaatappel

 

mensen-icon 4 personen

stopwatch-iconTijd 20 minuten

pan-iconKooktijd 40 minuten

bestek-iconBijgerecht

Ingredienten

  • 2 grote lange aubergines
  • 5 eetl. olijfolie
  • 1½ theel. citroentijmblaadjes, plus een paar takjes om te garneren
  • 1 granaatappel
  • 1 theel. za’atar (Midden-Oosters kruidenmengsel)
  • maldon zeezout en zwarte peper

Karnemelksaus

  • 1,4 dl karnemelk
  • 100 g Griekse yoghurt
  • 1½ eetl. olijfolie, plus extra om te besprenkelen
  • 1 kleine teen knoflook, fijngewreven een snufje zout

Bereiden

  1. Verhit de oven tot 200 graden. Snij de aubergines overlangs doormidden. Laat het steeltje eraan zitten (voor de sier).
  2. Maak met een klein scherp mes drie of vier parallel lopende inkepingen in het vruchtvlees, maar laat de schil heel.
  3. Draai de aubergines 45 graden en snij ze weer in, zodat een ruitpatroon ontstaat.
  4. Leg de halve aubergines met de snijkant naar boven op een bakplaat bekleed met bakpapier. Bestrijk ze met olijfolie – en blijf ze bestrijken tot het vruchtvlees alle olie heeft opgezogen.
  5. Bestrooi ze met tijmblaadjes en een beetje zout en peper.
  6. Rooster de aubergines 35-40 minuten in de oven tot het vlees gaar, geurig en lichtbruin is.
  7. Neem ze uit de oven en laat ze koud worden.
  8. Haal in de tussentijd de granaatappelpitjes uit de granaatappel. En maak de karnemelksaus. Voor de saus klop je simpelweg alle ingrediënten door elkaar. Proef of hij goed op smaak is en zet hem tot gebruik in de koelkast.
  9. Schep voor het opdienen een royale hoeveelheid saus op elke halve aubergine, maar laat de steeltjes onbedekt. Bestrooi ze met za’atar* en flink wat granaatappelpitten en garneer met de citroentijm. Maak het gerecht af met wat olijfolie.

*Een recept voor za’atar vind je hier.

©Recept: Ottolenghi, Plenty